dinsdag 13 juni 2017

2 en 3 juni 1217 - De Kruisvaarderswet

De Friese pelgrims zijn uitgevaren. Vanaf de Lauwers varen zij tussen Ameland en Schiermonnikoog door richting de Noordzee. Op de derde dag zien zij Engeland liggen. Ik ben in de achtervolging:

We hielden het (Engeland) in het zicht aan onze rechterhand en bereikten een eiland dat Wight genoemd wordt; het is weliswaar bij hoge zee van Engeland gescheiden, maar het is wel gehoorzaamheid aan Engeland verschuldigd.
De volgende dag, een zaterdag (3 juni), kwamen wij in Dartmouth aan, waar de haven, die gelegen is tussen twee hoge bergen, ons in haar beschutting opnam. Wij troffen daar de graaf van Holland en de graaf van Wied aan, die met vele edelen op 212 schepen waren aangekomen. Nadat daar in verstandig overleg de regels die in het leger zouden gelden, waren afgesproken, en ook alles betreffende het zielenheil en de vrede ordelijk was geregeld, werd de graaf van Wied tot bevelhebber over de voorhoede van de totale vloot gekozen; de leiding van de achterhoede werd opgedragen aan de graaf van Holland, die door het hele leger reeds tot opperbevelhebber was  gekozen.

Net als in 1147 tijdens de Tweede Kruistocht, verzamelen de Noord-Europese kruisvaarders zich in Dartmouth. Van daar zullen de Friezen, Hollanders, Rijnlanders en Engelsen gezamenlijk optrekken. Daarom krijgt de vloot een opperbevelhebber; graaf Willem I van Holland. Dit mag best opmerkelijk heten, want kort daarvoor is Willem nog door de paus geëxcommuniceerd vanwege zijn steun aan de Fransen in een conflict met de Engelse koning. Hieruit blijkt maar hoe belangrijk men een Kruistocht vindt. Wereldse geschillen worden bijgelegd en kerkelijke straffen worden opgeheven, zodat zo veel mogelijk edelen op Kruistocht te kunnen gaan.
Tijdens de rest van de expeditie wordt nauwelijks meer iets van Willen vernomen. Hij heeft zich tijdens de Kruistocht niet echt weten te onderscheiden. 

Ook wordt in Dartmouth een aantal regels van kracht om de orde op de schepen te handhaven. Onze anonieme pelgrim vertelt niet welke regels dit zijn, maar ze zullen niet veel verschild hebben van verordeningen uit 1147 en 1190:
 
-Ieder schip is als een parochie.
-Op ieder schip moet een priester meevaren. 
-Pelgrims moeten wekelijks biechten  en op zondag naar de mis gaan.
-Pelgrims mogen geen dure of opzichtige kleding dragen. 
-Wie een mede pelgrim doodt, wordt aan het lijk gebonden en overboord gegooid.
-Wie een pelgrim verwondt wordt een hand afgekapt 
-Wie een ander slaat, wordt driemaal in zee ondergedompeld. 
-Vloeken en schelden wordt beboet.
-Dieven worden met pek en veren overdekt en zo snel mogelijk aan land gezet.
-Heren mogen geen manschappen van een ander in dienst nemen.
-Eventuele buit wordt verdeeld over alle pelgrims.

Uit deze regels blijkt wel dat de onderneming bepaald geen plezierreisje is. Het is een vrome en ernstige aangelegenheid. En dat ook God er zo over denkt, zal morgen blijken wanneer de vloot weer uitvaart..

(Dartmouth in de eerste helft van de 16e eeuw)




Geen opmerkingen:

Een reactie posten